Terug naar Steensoorten
Kalkzandsteen
 

Kalksteen is sedimentair gesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) stoffelijke overblijfselen van in zee levende organismen. Daarmee bestaat kalksteen voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3) en vindt men er regelmatig fossielen in terug (schelpen, ammonieten, e.d.). Blauwe hardsteen is bijvoorbeeld een vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies.

Kalksteen wordt vooral in tropische gebieden gevormd (koraal), maar ook in Noordwest-Europa komt het voor. In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Een deel van deze kalksteen is in de vorm van krijtgesteente, dat in Limburg "mergel" wordt genoemd. Ook de witte krijtrotsen van Dover bestaan uit krijtgesteente. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor.

In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen.

Zandsteen is een sedimentair- of afzettingsgesteentedat voornamelijk bestaat uit zandkoprrels.. Bij sedimentatie van zandkorrels worden ook silt, kalr, grind, glimmers en veldspaat silt, kalk, grind, glimmers(mica), veldspaat en andere gesteentefragmenten afgezet. Door verwering wordt een van oorsprong geelbruine zandsteen grijs. Het voorkomen van bepaalde oxiden en andere mineralen kleurt varianten bruinrood. Zandsteen bestaat voornamelijk uit kwarts.

 

Kalksteen is oplosbaar

Kalksteen lost gemakkelijk op in zuur water. Omdat veel van ons regenwater zuur is wordt kalksteen vaak snel aangetast. Dat is goed te zien aan kerken die van kalksteen zijn gebouwd. Beelden vervagen en muren vertonen gaten. Dit gebeurt ook in natuurlijke kalksteengebieden. Door oplossing ontstaan ondergrondse holtes of grotten, die vervolgens kunnen instorten. Dit oplossingsverschijnsel noemen we karst, afgeleid van het woord Kars, een gebied in Slovenië, waar dit verschijnsel uitgebreid bestudeerd is. Een bekend karstverschijnsel is de vorming van dolines, die ook in Limburg voorkomen. Een doline is een kuil in het landschap, ontstaan doordat kalk aan het oppervlak oplost of doordat een ondergronds gat instort. Een ander karstverschijnsel is een orgelpijp. Een orgelpijp is een oplossingsgat dat door andere sedimenten opgevuld is. In het Savelsbos in Zuid-Limburg komen beide karstverschijnselen voor.

Een karstverschijnsel dat veel in andere landen voorkomt, maar nauwelijks in Nederland, is de vorming van grotten. Grotten zijn natuurlijke oplossingsholtes of gangen. De grootste karstgang in Nederland is het 'stelsel van Jansen Eggels', in de St. Pietersberg. Met een lengte van vijftig meter valt deze in het niet vergeleken met de grotten van Remouchamps in België, die een totale lengte hebben van 3883 meter!